School – verliefd, verveeld, verslapen
- Bericht auteur:Dirk Kome
- Bericht gepubliceerd op:7 oktober 2023
- Berichtcategorie:Uncategorized
- Bericht reacties:0 Reacties
Dirk Kome
Samenstellingen zijn tijdelijk. Voor sommige delen uit het verleden is een plek in de toekomst. Andere worden weggenomen of vergaan. Het proces van deze veranderingen verbeeldt de tijd. De tijd is voor iedereen anders. Wat voor de een vooruitgang betekent, is voor de ander juist achteruitgang. Wat voor de een idyllisch lijkt, is voor de ander een nachtmerrie. Een minuut kan in een flits voorbij zijn of een eeuwigheid duren. In mijn werk als fotograaf, schrijver en curator leg ik verbanden tussen wat is en wat is geweest. In 2015, bijvoorbeeld, was ik medesamensteller van de groepstentoonstelling Boeren-Avonturen op het land in het Fotomuseum Den Haag. De tentoonstelling bevatte 250 foto’s, tussen 1885 en 2015 gemaakt door 70 verschillende fotografen. De tentoonstelling liet naast de veranderingen in de agrarische sector door de diversiteit van afdruktechnieken ook de ontwikkeling van het medium fotografie zien. In 2018 presenteerde ik mijn boek/tentoonstelling Fotografen van de vooruitgang. Tonnis Post & Dirk Kome. In dit project waren de Groningse fotograaf Tonnis Post (1877-1930) en zijn werk het uitgangspunt. Aan de hand van archiefonderzoek en interviews met nazaten van zowel familie van fotograaf Post als degenen die hij heeft vereeuwigd, heb ik een stuk Groningse geschiedenis (her)ontdekt en door het opnieuw fotograferen van locaties en nazaten heb ik de betekenis van het verleden voor het nu proberen te reconstrueren.
Sinds 1999 leg ik met mijn fotografie tijd vast. Voortdurend komen de streek en de mensen met wie ik opgroeide terug. Door steeds naar dezelfde plekken terug te keren, neem ik afstand van het verleden en benadruk ik de onomkeerbaarheid en de onbereikbaarheid ervan. Naast het maken van nieuw werk doe ik veel onderzoek in archieven en werk ik samen met (lokale) historici. Ik verdiep mij in de omgeving en de mensen die er wonen, maar ook in hen die er woonden. Zo krijg ik een goede blik op de immateriële cultuur. Daarna studeer ik op de materiële overblijfselen, alvorens ik zelf aan het werk ga. Uiteindelijk maak ik combinaties van mijn foto’s met objecten uit archieven en (museale) collecties. De objecten kunnen werken van andere kunstenaars zijn, maar ook gebruiksvoorwerpen of documenten. In korte teksten bij mijn werk probeer ik, zonder te verklaren, te visualiseren wat was voor ik fotografeerde en zo verdieping te geven aan het verhaal dat ik wil vertellen.