Fotograaf-schrijver Dirk Kome onderzocht het leven en werk van fotograaf Tonnis Post (1877-1930). In een tijd dat een foto een bijzondere luxe was en slechts een enkeling een camera bezat, fotografeerde Post het verlaten van de negentiende eeuw. Tegenwoordig is deze fotograaf vrijwel vergeten, maar vele kennen zijn foto’s van bewoners van plaggenhutjes. Ook weten maar weinig mensen dat deze foto’s onderdeel uit maken van een veel uitgebreider oeuvre. De eerste fabrieken werden gebouwd, de eerste landbouwapparatuur werd in gebruik genomen. Kanalen werden met de hand door arbeiders uitgegraven en de eerste stoomtramsporen werden aangelegd. Tonnis Post was erbij en legde alles vast. Met zijn grote, houten plaatcamera en zijn zware schoudertas vol glasnegatieven, trok hij op de fiets door heel Oost-Groningen. Hobbelend over modderige paden, want verharde wegen waren er nog niet. Post fotografeerde monumenten voor een manier van leven die nu al lang niet meer bestaat.
Na de dood van Post werd zijn studio ontmanteld. Zijn foto’s lagen vergeten in archieven, fotoalbums en schoenendozen op zolder. Door Komes zoektocht zien de beelden na decennia weer het daglicht en komen ze voor het eerst samen. Bij elkaar laten de foto’s het oeuvre zien van een uitmuntend fotograaf en geven ze een bijzondere kijk op Oost-Groningen en daarmee op Nederland aan het begin van de 20ste eeuw.
Voor deze serie selecteerde Dirk Kome een ruime keuze uit Posts foto’s en beschreef zijn leven en werk. Tegelijkertijd met zijn zoektocht naar het oude, onderzocht Kome wat er terecht is gekomen van de projecten en mensen die Tonnis Post heeft vastgelegd. Kome fotografeerde dezelfde landschappen en portretteert het nageslacht van mensen die door Post zijn vereeuwigd. In de serie komen de foto’s van beide fotografen en de verhalen samen.
(Lecturis)
De serie was in 2018/2019 te zien in het Fotomuseum Den Haag en het MOW Bellingwolde en bij de tentoonstelling verscheen ook het boek ‘Fotografen van de Vooruitgang’.
Tarwe
Ulsda
29 juli 2017
Leonard van der Sluis (m+v+6 kinderen)
No.17 (collectie Middendorp) Onstwedder Tange
20 november 1913
Op 39-jarige leeftijd trouwde de weduwnaar Leonard van der Sluis met de tien jaar jon- gere weduwe Hinderkien. Bij elkaar hadden ze toen al tien kinderen. Samen bouwden zij een woning in het veen, waar nog zes gezamenlijke kinderen werden geboren. Egbertien, Evert (met pet), Hinderkien en Abel staan op de foto voor de hut. Deze was lang 3,10 m, breed 2,80 m, hoog 1,60 m en gedeeltelijk in de grond uitge- graven. Het vertrek stond door een slecht trekkende schoor- steen voortdurend blauw van de rook. ’s Nachts keek je tussen de pannen door vanuit de bed- stee naar de sterrenhemel en met slecht weer kreeg je een frisse douche.
In een nieuwbouwwijk met een stratenpatroon dat iedereen laat verdwalen, spreek ik meneer Poelman. Hij is de zoon van de in 1903 geboren Hinderkien jr. Ten tijde van het fotograferen is zij niet aan- wezig. ‘Moeder moest als klein kind al werken. Turf stapelen. Later werkte ze voor een grote boer. Mijn ouders waren net als mijn beide opa’s en oma’s echte socialisten. Bij de opa en oma van vaderskant heeft Domela Nieuwenhuis nog een keer gelogeerd toen hij in de buurt een toespraak hield.’
Jan en Geertuida Post
Photo-atelier T.Post – Winschoten
Voor 1924
Geertruida Lubberts-van der Bijl
Verzorgingshuis Mgr. Blom, Amersfoort
21 september 2017
Tijdens mijn zoektocht ontdek ik dat er nog twee nichtjes van Tonnis leven. Dochters van zijn zus Hendrika. Aaltje is 88 jaar en praat niet over vroeger. Ze weet niks meer, zegt ze. Haar vier jaar oudere zus Geertruid, wil me wel ont- moeten. Ik bezoek haar in het verzorgingshuis Mgr. Blom in Amersfoort, waar ze sinds een half jaar woont. Ze heeft een klein appartementje met een badkamer, keuken, slaap- en woonkamer. Er hangen en staan heel veel klokken. Een antieke klok slaat precies 11 uur als ik om 10 over 11 binnen- kom. Geertruida ligt op de bank een boek te lezen. Ik stel mij voor en vertel dat ik onderzoek doe naar haar oom Tonnis. Ze kijkt me bevreemd aan. ‘Wie?’ vraagt ze. Haar dochter vertelt dat ik harder moet spreken, moeder is wat doof. Schreeuwend herhaal ik mijn vraag. ‘Tonnis… Tonnis…’ Ze schudt haar hoofd. ‘Die ken ik niet.’ Een golf van teleurstel- ling gaat door mij heen. In de telefoongesprekken vooraf met haar dochter heb ik de stamboom doorgenomen. Haar moeder is echt de dochter van Hendrika, de jongste zus van Tonnis. Dan zegt ze: ‘Moeke had wel een broer Tunnes, die fotograaf was.’
Hilko, zijn vrouw en hun televisie
Hilko Smid en broertjes (poezen)
No.3a (collectie Middendorp) De Lethe
20 november 1913
Het gezin Smid had het niet breed. Een half jaar eerder was hun huis afgebrand. Ze waren ingetrokken in de afdakwoning van de familie Meyering. In 1930 trouwde Hilko met Elsien Zuur. Samen kregen ze een heel stel kinderen. Net voor en na de oorlog zat Hilko in de werkverschaffing; De woeste gronden in Westerwolde om- spitten om zo vruchtbare grond boven te krijgen. Een hels karwei, waarvoor je bijna niks kreeg. ‘Te weinig om te leven, te veel om te sterven.’ De rest van zijn leven was Hilko losse arbeider.
Het verlovings- feest van dochter Tet met Everhardus Ebels (het vierde stel van rechts).
Midwolda
1929
Boerderij Hermans-Dijkstra
Midwolda
31 juli 2017
Recht tegenover de voormalige klokkengieterij Van Bergen – Midwolda staat de in 1854 gebouwde boerderij Hermans-Dijkstra. Het gezin Hermans-Dijkstra leefde in grote rijkdom. De familie ging naar het atelier in Winschoten om zich te laten portretteren en Tonnis ging ook naar hun boerderij om te foto- graferen. Veel van de foto’s zijn bewaard gebleven. De geschiedenis van Tet en Everhardus eindigt dramatisch. In De graanrepubliek van Frank Westerman en De Doofpotbewakers van Olinga staat beschreven hoe het gezin, werden vermoord en met hun boerderij verbrand.
Albert Kruizinga
(m+v+6 kinderen)
No.22 (collectie Middendorp) Vriescheloo
28 maart 1914
Heinrich Kruizinga en kleinzoon Arjan Kuiper
Vriescheloo
21 augustus 2017
In dit huisje aan de Vogelzang in Vriescheloo woonde het ge- zin van Albert Kruizinga. Man, vrouw en zes kinderen. Op de foto staan, naast het gezin Kruizinga, ook wat familie en buren die op de fotograaf zijn afgekomen. Het huisje van Kruizinga telde drie kleine bedsteden. De muren waren behangen met de Winschoter Courant. In de jaren dertig steekt zoon Harm het boeltje in brand en bouwt een nieuw huis. Heinrich woont daar nu. Hij is de kleinzoon van het kleine jongetje dat als vijfde van links op de foto staat.
Houtsnijatelier
Bellingwolde
16 juni 2017
Jakob Hendrik Kemper
Photo-atelier T. Post – Winschoten
circa 1917
‘Mijn broer was twaalf jaar. Hij klom in een boom. Hij wilde eikels plukken. Hij is naar be- neden gevallen. Nek gebroken. Dood. We waren met vier dochters. Mijn moeder was veertig. Ze heeft toen nog een kind gekregen, maar het was weer een meisje.’
Klokkengieterij Gebr. Van Bergen
Midwolda
circa 1912
Christa Bisschop
Emmen
22 mei 2017
Christa is de kleindochter van bakker Ritzema, de buurman van Tonnis en Gezina. Na het overlijden van Tonnis verkocht Gezina het huis met atelier aan buurman Ritzema. Ik kom in contact met Christa via de Tonnis Post Facebook- pagina. We mogen elkaar met- een. ‘Kom snel langs, want ik ga dood’, schrijft ze. Als ik haar ontmoet, zie ik een vrolijk meis- je van in de zestig. Ze lurkt aan een nicotinestaafje en ademt moeilijk. Christa heeft COPD. We moeten niet te veel plezier maken, want voor lachen heeft ze eigenlijk niet genoeg lucht. In 1998-1999 beleefde Christa de meest verschrikkelijke maanden van haar leven. Het begint met haar diagnose, ‘ja, wat denk je, altijd gerookt’. Haar man en twee zoons zijn er kapot van. Niet lang daarna krijgt haar man een hartaan- val. Christa en haar zoons zijn verslagen. Christa kijkt naar mij en vraagt hoe oud ik ben. ‘41’ zeg ik. ‘Van 76?’ vraagt Christa. ‘Ja.’ ‘Dan ben je van hetzelfde jaar als mijn jongste zoon. Hij had het altijd moeilijk en pleegde, kort na de dood van mijn man, zelfmoord.’ Ze vertelt het met een glimlach, maar ik voel haar verdriet. ‘Een paar maanden daarna stonden er weer twee agenten aan de deur. Ik zag ze door het raam. Een spookrijder had mijn oudste zoon doodgereden. Kort daarvoor zei hij nog: “Mam, je moet gezonder leven, anders heb ik straks niemand meer. En nu ben alleen ik nog over.’ Christa schuift oude foto’s op een stapel. Tonnis heeft ze gemaakt. ‘Neem jij die maar mee, anders gaan ze toch in de prullenbak.’ 20 november 2017 is Christa overleden.
Voormalig terrein Gebr. Kemper
Winschoten
16 december 2017
Aankomst ploegen
Winschoten
circa 1911
Aan de Garst in Winschoten stonden voor de zaak van Kemper de net aangekomen ploegen van groot naar klein opgesteld. De man in het midden met pet en stropdas
is Fokko Kemper. Zijn vrouw, Trijntje van der Land, gluurt vanuit het kantoor door het raam naar wat er buiten gebeurt. De auto, een Adler, is een stukje uit garage gereden. Zoon Jacob (hierboven met hond) zit achter het stuur, dochter Froukje achterin. De vijf andere mannen werken voor Kemper.
Trijntje en Hendrik Kruizinga
No.22a (collectie Middendorp)
Vriescheloo
28 maart 1914
Opkweekkas Heinrich Kruizinga
Vriescheloo
21 augustus 2017
’11 personen – 3 bedsteden van scholle planken [planken die aan een kant rond lopen zoals de boom, omdat het de buiten- ste plank is] – 2 bedsteden van 150bij150cm–eenvan150bij 170 cm. De alkoof is zeer donker – ’t magnesiumlicht dringt hier niet in door’
P.B. Middendorp.
Het licht kwam van een schaaltje met een mengsel van magnesium-en aluminiumpoeder dat Tonnis met een lont ontstak. Om een foto te maken, kroop Tonnis eerst onder een zwart doek om scherp te stellen. Als dit gebeurd was, mocht niemand meer bewegen en sloot hij de lens. Achterin de camera plaatste hij vervolgens een cassette met een onbelicht glasnegatief. Nadat Tonnis de lont had aangestoken, moest hij snel terug naar zijn camera om de sluiter van de lens open te zetten. Zodra het vuur het poeder bereikte, volgde een denderende knal en vulde de kamer zich met een fel licht, kon sluiten.
Boerenwagen
Oude Pekela
1 augustus 2017
Boot No. 9, Firma Kraaijeveld en Noordenne
Boot met puin en zinkstuk
Ten noordwesten van Nieuwe Statenzijl
circa 1910
Voor het verdiepen en verbreden van de Westerwoldse Aa werd de hulp ingeroepen van de Sliedrechtse baggeraar Kraaijeveld en Van Noordenne. Samen met de boten van Kraaijeveld en Van Noordenne kwamen de Sliedrechtse arbeiders mee naar het Noorden. Ze maakten lange dagen en sliepen in speciale woonboten
Boer Mellema
Beersterhoogen
14 december 2017
Klaas Koers en Albert Engelkes
No. 29a (collectie Middendorp)
Wessingtamge
april 1914
‘De bewoner is een zonderling. Van binnen en buiten is alles oud en vuil. Hij leeft met 50 kippen en een groot aantal katten te- zamen’, schreef Middendorp achterop deze foto. Die bewoner was Klaas Koers. Samen met buurjongen Albert Engelkes fotografeerde Post hem twee keer. Eerst binnen en daarna nog een keer voor de boerderij.
In Emmen spreek ik het nichtje van Albert. ‘Mijn vader, ooms en tantes zaten heel vaak bij Klaas. Hij had een koe en maakte zijn eigen boter. Op een dag hoorde hij een vreemd geluid in de karnton. Hij haalde er een oude doek uit en gooide die in een hoek. Er kwamen wel zeven katten af op de muizen die ertussen verstopt zaten. “Later praten ze over mij”, zei Klaas altijd.’ In de zomer van 1921 werd Koers ziek en de laatste maanden van zijn leven woonde hij in bij zijn buurman. Kinderen had hij niet en toen hij overleed, werd zijn boerderij afgebroken.